Onderzoeksprotocol Rekenkamer Purmerend 2023
In de verordening van de Rekenkamer Purmerend 2022 is bepaald dat de Rekenkamer een onderzoeksprotocol vaststelt en ter informatie opstuurt aan de raad. In het onderzoeksprotocol wordt uitgewerkt op welke wijze de rekenkamer voornemens is haar werkzaamheden in te vullen. De rekenkamer kan hier gemotiveerd van afwijken.
Jaarplan en jaarverslag
Jaarlijks stelt de Rekenkamer vast welke onderzoeken en evaluaties zij het
komende kalender jaar gaat uitvoeren of laat uitvoeren. De Rekenkamer stelt het
jaarplan jaarlijks vast en stuurt het ter kennisname naar de gemeenteraad. In het
jaarplan wordt per voorgenomen onderzoeksonderwerp informatie opgenomen over
een aantal aspecten van het onderzoek (onder andere: de argumentatie waarom
dit onderwerp wordt onderzocht, de selectiecriteria waarop het onderwerp is
getoetst, welk beleidsterrein[en] het betreft, het doel van het onderzoek, planning
en budget).
In het jaarverslag gaat de rekenkamer in op de onderzoeken en evaluaties die het
voorgaande jaar zijn uitgevoerd, wijzigingen in samenstelling van de rekenkamer,
eventuele samenwerkingen met andere rekenkamers of andere relevante
ontwikkelingen.
Als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan gedurende het jaar de
prioriteit van de onderzoeken worden aangepast of een nieuw onderzoek worden
toegevoegd.
Wanneer door derden een verzoek voor een rekenkameronderzoek wordt gedaan,
wordt dit getoetst aan de criteria zoals geformuleerd in de verordening en krijgt de
indiener hier een schriftelijke reactie op.
Inventarisatie onderzoekonderwerpen
In de periode voorafgaand aan de vaststelling van het Jaarplan wordt
geïnventariseerd welke onderwerpen zich kunnen lenen voor een onderzoek door
de Rekenkamer Purmerend. De inventarisatie, ofwel dynamische groslijst, is een
verzameling van onderwerpen die door de Rekenkamer zijn aangedragen (op grond
van monitoring of als uitvloeisel van eerdere onderzoeken) of die zijn gesuggereerd
door vertegenwoordigers of bestuurders van gemeentelijke organen (raad, college,
burgemeester, ambtelijke organisatie) en burgers en belangengroeperingen.
De Rekenkamer kiest uiteindelijk onderwerpen die in belangrijke mate voldoen aan
de in artikel 12 van de Verordening opgenomen selectiecriteria. Het onderzoek
dient:
a. een actueel maatschappelijk belang te hebben;
b. een toegevoegde waarde te hebben en bruikbare resultaten op te leveren in de
vorm van aanbevelingen;
c. toekomstgericht te zijn;
d. een substantieel financieel belang voor de gemeente te bevatten;
e. een antwoord te geven op beredeneerde twijfel omtrent doelmatigheid,
doeltreffendheid en/of rechtmatigheid van het onderzoeksonderwerp;
f. een oplossing te bieden voor de risico’s (financieel, juridisch, imago, politiek en
dergelijke) die de gemeente ten aanzien van het onderzoeksonderwerp loopt;
g. te gaan over beleid of producten die reeds langer dan een jaar geleden
ingevoerd zijn;
h. positief onderscheidend te zijn t.o.v. andere onderzoeken (doordat het
onderwerp niet eerder is onderzocht, er andere elementen onderzocht zijn of
andere onderzoeken minder diepgaand/kwalitatief minder goed zijn uitgevoerd);
i. bij te dragen aan enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke
beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken.
Bij deze keuze kan de Rekenkamer zich tevens baseren op de resultaten van een
vooronderzoek. Een quick scan is een kortlopend onderzoek. Bij een quick scan wordt niet getornd
aan de werkwijze bij interviews, wel wordt - omwille van de tijd - direct een
eindrapport geschreven waarbij ambtelijk en bestuurlijk hoor en wederhoor
worden samengevoegd.
Uitvoering onderzoek
Bij een rekenkameronderzoek worden de volgende stappen doorlopen:
1. Start onderzoek
De rekenkamer besluit onafhankelijk welk onderwerp gekozen wordt. De
onderzoeksvragen, de afbakening, de planning van het onderzoek en eventuele
andere relevante informatie wordt vastgesteld in een onderzoeksopzet. Na
vaststelling door de Rekenkamer wordt deze ter informatie verzonden aan raad,
college en gemeentesecretaris.
De gemeentesecretaris wordt gevraagd een ambtelijk contactpersoon aan te wijzen
voor het onderzoek. De secretaris / onderzoeker van de rekenkamer legt contact
met de ambtelijk contactpersoon en plant een startgesprek met één of meerdere
leden van de rekenkamer.
2. Verzameling informatie
De secretaris / onderzoeker zal samen met de leden van de rekenkamer
inventariseren welke informatie noodzakelijk is om de onderzoeksvragen te kunnen
beantwoorden. Hiertoe kunnen documenten worden opgevraagd, enquêtes
uitgezet, gesprekken georganiseerd met mensen binnen of buiten de gemeente en
indien passend kunnen ook andere onderzoeksinstrumenten ingezet worden. Bij
gesprekken met ambtenaren binnen de ambtelijke organisatie is de ambtelijk
contactpersoon op de hoogte. Uitgangspunt is dat bij alle gesprekken één lid van
de Rekenkamer aanwezig is, naast de secretaris / onderzoeker. Van ieder gesprek
wordt een verslag gemaakt dat vertrouwelijk is door de geïnterviewde op juistheid
gecontroleerd kan worden. De vertrouwelijke verslagen worden alleen verzonden
naar de leden van de rekenkamer.
3. Concept rapport
Op basis van de beschikbare informatie schrijft de secretaris / onderzoeker een
concept rapport (of nota van bevindingen) waarin op een gestructureerde en
toegankelijke manier de onderzoeksvragen worden beantwoord. Aan het einde van
het concept rapport worden de onderzoeksvragen beantwoord. Aan het begin van
het rapport worden onder het kopje conclusies de politiek relevantie bevindingen
van het rapport gepresenteerd.
De rekenkamer bespreekt het concept rapport en bepaalt of het nuttig is om
aanvullend onderzoek te doen, om teksten te herzien of andere toevoegingen of
aanpassingen in het rapport te doen zodat het een goede weergave is van het
uitgevoerde onderzoek.
Wanneer de Rekenkamer tevreden is over het concept rapport, wordt dit
vastgesteld voor ambtelijk hoor.
4. Ambtelijk hoor
Het concept rapport wordt voor het ambtelijk hoor verzonden aan de
gemeentesecretaris voor een controle op eventuele feitelijke onjuistheden. Deze
stap kan ofwel schriftelijk ofwel via een daartoe georganiseerd gesprek. De
secretaris / onderzoeker draagt er zorg voor dat de terugkoppeling van het
ambtelijk hoor bij de Rekenkamer terechtkomt.
Na ambtelijk hoor kan de Rekenkamer het rapport wijzigen en vaststellen voor
bestuurlijk hoor.
5. Bestuurlijk hoor
Het eindrapport wordt voor een bestuurlijke reactie verzonden aan het college van
burgemeester en wethouders. De bestuurlijke reactie zal meestal vorm krijgen in
een brief of memo vanuit het college, waarin ingegaan wordt op het onderzoek, de
conclusies en de aanbevelingen van het rapport. Deze wordt opgenomen in het
rapport zelf.
6. Vaststelling eindrapport
De Rekenkamer kan na de reactie vanuit het bestuurlijk hoor een nawoord
opnemen om in het rapport in te gaan op de bestuurlijke reactie. Vervolgens wordt
het rapport vastgesteld en ter informatie verzonden aan de gemeenteraad. Tevens
wordt in overleg met de griffie een datum gepland voor de politieke behandeling en
een informatiebijeenkomst om het rapport toe te lichten.
7. Communicatie en politieke behandeling
Wanneer de rekenkamer het rapport publiceert, is er de mogelijkheid voor de pers
om vragen te stellen over het rapport. Hierover wordt in overleg met de voorzitter
van de rekenkamer afgestemd wie deze vragen beantwoordt.
Vervolgens zal een raadsvoorstel met de door de rekenkamer voorgestelde
aanbevelingen behorende bij het rapport politiek behandeld worden in de
relevantie commissie en daarna in de raad.
8. Evaluatie
Na een periode van twee tot vier jaar (afhankelijk van wat passend is bij het
specifieke onderzoek) kan een onderzoek geëvalueerd worden. Hierbij wordt per
aanbeveling onderzocht in welke mate deze zijn gerealiseerd. Een memo hierover
wordt vastgesteld door de Rekenkamer en ter informatie verzonden aan de raad.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Rekenkamer Purmerend van 22 maart
2023
De voorzitter, Barbara IJsselmuiden
De secretaris, Niek Wijmenga