Gedragscode Rekenkamer Purmerend
Januari 2025
Gezien de maatschappelijk gewenste transparantie in het optreden en het publiekelijk verantwoorden daarvan bij toezichthoudende organen en als zodanig optredende functionarissen acht de rekenkamer het wenselijk om als aanvulling op de bestaande regelgeving een eigen gedragscode te hanteren. De code dient ertoe duidelijkheid te verschaffen over de wenselijkheid van het optreden van de leden van de rekenkamer voor de leden zelf en voor derden. De leden van de rekenkamer ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze code.
Daar waar in deze code ‘hij’ of ‘hem’ staat, wordt ook ‘zij’ of ‘haar’ bedoeld of iedere andere persoonsaanduiding.
Kernbegrippen integriteit
Dienstbaarheid: het handelen van een lid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Functionaliteit: het handelen van een lid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult.
Onafhankelijkheid: het handelen van een lid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden.
Openheid: het handelen van een lid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is.
Betrouwbaarheid: op een lid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn afgegeven.
Zorgvuldigheid: het handelen van een lid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Belangenverstrengeling
Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een lid over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat. Als het lid geen onafhankelijk oordeel kan vormen over een onderwerp onthoudt hij zich van besluitvorming over een onderzoek.
Een lid die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de rekenkamer onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht. Naast het voorkomen van belangenverstrengeling willen we ook de schijn van belangenverstrengeling voorkomen. Als er gesproken wordt over een onderzoek waar een lid eventueel belang bij zou kunnen hebben, zijn we dan ook extra voorzichtig.
Informatie
Een lid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie als rekenkamerlid beschikt. Een lid zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen. Een lid houdt geen informatie achter. Een lid verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is. Een lid maakt niet te eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.
Nevenfuncties
Er wordt altijd een afweging gemaakt of de uitvoering van een nevenfunctie in strijd is met het belang van de rekenkamer. Artikel 81 van de Gemeentewet biedt hier een kader voor door een aantal nevenfuncties uit te sluiten. Deze functies kunnen niet worden gecombineerd met het zijn van rekenkamerlid. Er worden echter maar een aantal functies uitgesloten, wat veel ruimte open laat voor de eigen afweging van rekenkamerleden. Bij het maken van die afweging neemt het rekenkamerlid bij het aanvaarden en uitoefenen van een (andere) nevenfunctie dan ook in acht dat:
• Zijn onafhankelijkheid gewaarborgd blijft;
• Elke vorm of schijn van beïnvloeding wordt vermeden;
• De nevenfunctie het aanzien van het lidmaatschap van de rekenkamer niet schaadt;
• Geen strijdigheid met enig belang ten opzichte van de rekenkamer optreedt;
Eventuele twijfel over het aannemen van een nevenfunctie wordt besproken binnen de rekenkamer en met de griffier.
Vertegenwoordiging
De voorzitter is primair de woordvoerder van de rekenkamer. Indien een lid van de rekenkamer in de openbaarheid optreedt namens de rekenkamer, is hierover binnen de rekenkamer vooraf overeenstemming bereikt. Indien een lid van de rekenkamer in de openbaarheid namens een andere organisatie optreedt, dient duidelijk te zijn dat hij niet namens de rekenkamer gesproken heeft.
Communicatie
Onze communicatie brengt geen (indirecte) schade toe aan de rekenkamerleden, onderzoeken of de rekenkamer zelf. Ons handelen en manier van communiceren is respectvol zowel binnen als buiten de rekenkamer. Leden van de rekenkamer hebben een voorbeeldfunctie, ook op social media. We denken daarom goed na over wat wij plaatsen op social media en over andere berichten die we naar buiten brengen.
Geschenken, uitnodigingen en gunsten
In aansluiting op de eed/ gelofte neemt een lid van de rekenkamer geen geschenken aan in welke vorm dan ook van personen of instanties die direct of indirect zakelijke relaties met de rekenkamer hebben of in de naaste toekomst zullen hebben of in het recente verleden hebben gehad. Dit is niet van toepassing voor geschenken met een waarde tot 50 euro. Giften, uitnodigingen of gunsten met een waarde groter dan 50 euro worden geweigerd of teruggegeven met een verwijzing naar de gedragscode. De geschenken die worden aangenomen met een waarde tot 50 euro worden bijgehouden in een geschenkregister. Reizen, werkbezoeken op uitnodiging en rekening van derden ondernemen de leden van de rekenkamer alleen wanneer de uitoefening van hun functie als lid van de rekenkamer dat noodzakelijk maakt.
Uitvoering van de gedragscode
Wat integer handelen is, is niet altijd op te delen in ‘zwart’ en ‘wit’. Er ontstaat juist discussie over grijs. Het is daarom belangrijk om bij twijfel het gesprek aan te gaan binnen de rekenkamer. Daarnaast kunnen leden advies vragen aan de griffier over hoe te handelen. De griffier kan op het gebied van integriteit optreden als sparringpartner.
Indien een lid naar de mening van de andere leden deze code schendt, bespreekt de voorzitter (of plaatsvervangend voorzitter indien het de voorzitter betreft) van de rekenkamer dit met het betreffende lid. Als de voorzitter (of plaatsvervangend voorzitter) het nodig acht, maakt hij een melding bij de griffier. De griffier gaat in gesprek met het betreffende lid. Indien de griffier het nodig acht, escaleert hij naar het presidium. Deze kan het betreffende lid oproepen voor een vertrouwelijk gesprek en doet hiervan verslag aan de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de rekenkamer. De leden van het presidium kunnen op grond hiervan verzoeken het lid voor te dragen voor ontslag door de raad.
Blijvend in gesprek
Deze code biedt handvatten om het gesprek over integriteit te voeren. Het is geen A tot Z handboek waarin alle mogelijke integriteitsdilemma’s staan beschreven. Als er onduidelijkheid heerst over hoe er volgens de gedragscode gehandeld moet worden, wordt dit binnen de rekenkamer besproken en besluiten de leden hoe met de situatie om te gaan. Als blijkt dat de code niet langer up-to-date is, kan deze door de rekenkamer worden aangepast.