Instrumenten

De gemeenteraad bespreekt een onderwerp eerst in de commissie en neemt daarna een besluit in de raadsvergadering. Er zijn verschillende manieren voor de raad om invloed te hebben op de besluitvorming.

Schriftelijke raadsvraag

Raadsleden kunnen een schriftelijke vraag stellen aan het college van B en W om duidelijkheid te krijgen over een bepaald onderwerp. Deze vraag heeft een politieke lading en wordt ook wel 'artikel 41'-vraag genoemd. Binnen drie weken moet de vraag worden beantwoord. Het raadslid kan proberen om het onderwerp op de agenda van de raad te krijgen. Dit gebeurt dan via het recht van initiatief of interpellatie. 
Bekijk de schriftelijke vragen in het raadsinformatiesysteem.

Technische raadsvraag

Raads- en commissieleden kunnen een technische vraag stellen aan het college van B en W. Deze vraag gaat vaak over de verduidelijking van een onderwerp, meer een vraag naar feiten. Deze vraag heeft dus geen politieke lading en is informatief van aard. Er zijn twee soorten technische vragen:

  1. Een vraag over een onderwerp op de agenda van een commissie- of raadsvergadering. De vraag moet dan binnen een week worden beantwoord, zodat het antwoord kan worden meegenomen bij de besluitvorming.
  2. Een vraag over een onderwerp dat niet op de agenda staat. Beantwoording vindt dan binnen drie weken plaats.

Bekijk de technische vragen in het raadsinformatiesysteem.

Amendement

Bij de bespreking van een raadsvoorstel kan een fractie tekstwijzigingen bij het besluit aanbrengen door een amendement in te dienen tijdens de raadsvergadering. Een amendement is een ander woord voor wijzigingsvoorstel. Als de meerderheid van de raad voor het amendement stemt, dan wordt het oorspronkelijke besluit gewijzigd. Daarom wordt er altijd eerst over het amendement gestemd en daarna pas over het raadsvoorstel.

Motie

Tijdens de raadsvergadering kan een fractie ook een motie indienen. Via een motie doet de raad een verzoek aan het college van B en W of een uitspraak. De inhoud van de motie heeft geen invloed op het raadsbesluit zelf, zoals bij een amendement. Daarom wordt eerst over het raadsvoorstel gestemd en daarna pas over de motie. Een motie is niet bindend voor het college. Als het college de motie naast zich neerlegt, dan moet het college dit wel aan de raad verantwoorden. Er zijn verschillende soorten moties:

  • motie: meestal gaat dit over een onderwerp dat op de agenda staat van een raadsvergadering.
  • motie vreemd aan de orde van de dag, oftewel een 'wilde motie': dit gaat over een onderwerp dat niet op de agenda staat voor de raadsvergadering. Meestal gaat het over een actueel onderwerp. Zo’n motie wordt als laatste agendapunt aan de raadsagenda toegevoegd.
  • motie van treurnis: er wordt uitgesproken dat de raad een bepaalde gang van zaken of een bepaalde opstelling van iemand betreurt.
  • motie van wantrouwen: hiermee kan de raad twijfel uitspreken tegen een of meerdere wethouders of tegen het hele college.
  • motie van afkeuring: door deze motie te gebruiken kan de raad zijn afkeur uitspreken over iets.


Initiatiefvoorstel

Meestal legt het college van B en W raadsvoorstellen aan de raad voor. Een raadslid kan echter ook zélf een voorstel indienen tijdens de raadsvergadering. Dit heet een initiatiefvoorstel. Vaak wordt het concept van een initiatiefvoorstel eerst besproken in een raadscommissie, voordat het in de raad wordt behandeld.

Vragenuur

Een vast onderdeel in het begin van de raadsvergadering is het vragenuur. Het vragenuur is bedoeld om informatie of een uitspraak te krijgen van het college over een actueel onderwerp. Het onderwerp moet 24 uur voor de vergadering zijn aangemeld bij de griffie.

Interpellatie

Met een interpellatie kan een raadslid tijdens de vergadering inlichtingen van het college van B en W vragen over een onderwerp dat niet op de agenda staat. Een interpellatie wordt gebruikt om het college of een wethouder ter verantwoording te roepen. Een raadslid kan tot 48 uur voor de vergadering een verzoek indienen voor een interpellatie, met een omschrijving van het onderwerp en de vragen. De raad bepaalt daarna via een stemming of de interpellatie op de agenda komt.